Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik zag [1]een anderen sterken engel, afkomende van den hemel, die [2]bekleed was met een wolk; en [3]een regenboog was boven [zijn] hoofd; en zijn aangezicht was als de zon, en zijn voeten waren als pilaren van vuur. 1. Sommigen menen dat dit de engel Gabriel geweest is, omdat zijn naam een sterkte Gods betekent; doch de meeste uitleggers verstaan door dezen engel den Heere Christus zelf, die hier in een gezicht verschijnt als dalende uit den hemel, tot troost van Zijn gemeente, die in Zijn eigen menselijke natuur, welke de hemel moet behouden tot de oprichting aller dingen, Hand.3:21; maar ten opzichte van Zijn werkingen die in dit gezicht worden uitgedrukt, gelijk hfdst.1 vs.13,15 ten dele verklaard is, en gelijk Hij van Zijn gedurige tegenwoordigheid in Zijn gemeente spreekt, Matth.18:20, en Matth.28:20. Want tevoren is Hij in de gedaante van een lam en van een priester des hemels den apostel verschenen, omdat Hij als een tussenspraak en voorbidder bij den Vader, in de voorgaande gezichten, is gezien. Maar van nu voortaan wordt Hij soms als een sterke engel of gezant van Zijn Vader, in Zijn heerlijkheid vertoond; soms als een koning der koningen en een overwinnaar van alles; soms als een bruidegom Zijner gemeente, omdat Hij in het vervolg, als een uitvoerder van Gods besluiten over Zijn gemeente, of over de vijanden haar wordt ingevoerd. 2. Namelijk tot een teken van Zijn majesteit, gelijk Hij in de wolkkolom het heir der Israelieten is voorgegaan, Ex.13:21, enz. en in den tempel is verschenen, 2 Kron.5:13, en 2 Kron.7:1; en ten uitersten dage ook met de wolken zal komen als een rechter van allen, gelijk hiervoor betuigd wordt hfdst.1 vs.7. 3. Van deze en volgende eigenschappen zie hiervoor hfdst.1 vs.15,16, en hfdst.4 vs.3.